Vanaf 15 augustus 1944 kregen de bewoners van Bret-Gelieren officieel de toestemming om de goddelijke diensten waar te nemen in de kapel van het Sint-Jan Berchmanscollege.

30 november 1956: de wijk Bret-Gelieren wordt door het bisdom Luik erkend als de negende parochie van groot Genk, dit onder de aanroeping “Ons Lieve Vrouw van Fatima”. Bij besluit van het Kapittel wordt het een Kanunnike parochie.

2 mei 1957: KB waarbij de Kanunnike parochie door de Staat wordt opgericht tot Annexe, afhankelijk van Sint-Martinus.

25 oktober 1961: Bret-Gelieren had dus nu een zelfstandige parochie onafhankelijk van Sint-Martinus en met recht en opdracht een Kerkfabriek te vormen.

25 oktober 1959: het beeld van O.L. Vrouw van Fatima wordt plechtig ingehaald en naar de kapel van de Paters Montfortianen gebracht. Daarna werd het overgebracht naar de noodkerk van Bret-Gelieren.

Bouw van de voorlopige kerk

8 februari 1955: oprichting van een Bouwkomitee in een lokaal van het college door E.H. Deken Swinnen voor de bouw van een kerk voor Bret-Gelieren.

Februari 1955: E.H. Deken Swinnen geeft het Bouwkomiteit de opdracht een kerk te bouwen.

Inplantingsplaats: het arboretum, dit werd beslist op 20 februari 1957. Grootte van het terrein: 1 ha 4 a 54 ca.

17 december 1957: het Bouwkomiteit beslist een voorlopige kerk te bouwen.

Architect: de heer Croonenberghs.

5 juni 1958: overschrijving voor de voorlopige kerk, het werk werd toevertrouwd aan de laagste onderschrijver Louis Loenders, voor de som van 262.270 frank.

31 augustus 1958: wijding van het terrein door de E.H. Deken van Genk vergezeld van een kruisplanting.

21 juni 1959: plechtige wijding van de voorlopige kerk door Mgr. Van Zuylen, hulpbisschop van Luik.

1959 – 1970: gebruik van de voorlopige kerk; na de bouw van de definitieve kerk werd ze omgevormd tot turnzaal van de schoolkinderen en tot sport- en parochiezaal.

Kostprijs van het volledige gebouw: 1.352.106 bfr / na aankoop kerkbenodigdheden: 1.802.106 bfr

  • lening van de gemeente: 500.000 bfr
  • Kerkfabriek Sint-Martinus: 150.000 bfr
  • Bisschoppelijke bouwwerken: 50.000 bfr

Bouw van de definitieve kerk

8 februari 1955: het Bouwkomiteit wordt opgericht door E.H. Deken Swinnen en krijgt de opdracht een kerk te bouwen.

april 1955: de architecten Croonenberghs en Martens krijgen de opdracht een voorontwerp op te stellen. Het ontwerp van Croonenberghs wordt weerhouden.

december 1955: Croonenberghs krijgt de opdracht een definitief voorontwerp te maken.

september 1958: goedkeuring van het gewijzigde voorontwerp door de Koninklijke Commissie voor Monumenten.

15 februari 1960: het Bouwkomiteit geeft de opdracht tot het opmaken van de plannen. Professor Lemoire verdedigt de plannen bij de Koninklijke Commissie voor Monumenten. De betonstudie wordt opgesteld door ingenieur Seurs.

januari 1964: raming = 7.779.017 bfr / na herwerking van de plannen = 7.125.791 bfr.

25 oktober 1966: eerste aanbesteding.

4 augustus 1967: tweede aanbesteding.

19 maart 1968: Provincie geeft toestemming om de werkzaamheden aan te vangen.

2 mei 1968: aanvang van de bouwwerken.

28 september 1968: eerste steenlegging.

Deze steen vind je in de voorgevel van de kerk

In deze steen zie je twee tekens: de P met kruis ervoor, hetgeen symbool staat voor Christus, en de letters L en A in elkaar verweven, wat staat voor “lapis angularis” (1) en dat betekent letterlijk “de hoeksteen”.

15 augustus 1970: de eerste H. Mis wordt opgedragen op de vooravond van het feest van O.L. Vrouw Hemelvaart.

3 oktober 1970: plechtige wijding door Mgr. Heuschen, bisschop van Hasselt.

Totale prijs: 8.000.000 bfr waarvan

  • 2.200.000 van de Staat
  • 2.000.000 van de gemeente
  • 2.500.000 door een lening van het Gemeentekrediet

Specificaties

  • toren: hoogte 35 meter
  • dakoverspanning: ???

Het kerkmeubilair

  1. Het beeld van O.L. Vrouw van Fatima: Geschonken door de bisschop van Fatima. Het beeld werd met een Montfortoonse bedevaart meegebracht in 1959.
  2. Het beeld van Sint Jozef: Werd aangekocht tegen 19 maart 1960, vervaardigd in eik bij Vandehoute Brussel. Kostprijs: 11.800 bfr. Het was een gift van alle Jozeffen en Jozefienen uit de parochie.
  3. Het tabernakel: Kunstwerk door Willy Ceyssens uit Neerpelt. De voordeuren zijn belegd met malachietstenen. Het werd gewijd samen met de eerste klok op 14 juni 1959. Het was een gift aan de parochie. Kostprijs: 27.370 bfr.
  4. De leerlingen van Emmaüs: Uitbeelding van het bekende verrijzenisverhaal. Vervaardigd in brons door ‘t huis Vandehoute. Kostprijs: 100.000 bfr. Gift van de parochie.
  5. Kruisbeeld in eik: Gift bij gelegenheid van de gouden bruiloft (november 1960) van Louis Panis en Mechtildis Houben. Het werd vervaardigd door het huis Vandehoute Brussel, kostprijs 9.200 bfr.
  6. Altaar, lezenaar en tabernakel: ontworpen en uitgevoerd door Vandehoute uit Brussel met bronzen versiering.
  7. De klokken.
    De eerste klok werd aangekocht in de klokkengieterij “Petit en Fritzen” (Aarle-Rixtel-Holland) voor de som van 50.000 bfr, weegt 650 kg, diameter 98 cm. Zij draagt de naam “Jozef-Catharina”, en als opschrift: “Ik roep de levenden, betreur de doden en loof God”. Zij werd gewijd op zondag 14 juni 1959 en in een 6 meter hoge klokkenstoel gehangen bezijden de noodkerk tot de toren van de kerk gereed kwam in 1970. De wijding ging gepaard met het uitdelen van doopsuiker aan de kinderen, door de peter en de meter van de klok, de schenkers Mr. Houben-Lormans en Mevr. Remans-Geurden.
    De tweede klok werd in 1970 eveneens aangekocht bij “Petit en Fritzen”. Zij weegt 800 kg en werd geschonken door de echtelingen Leonard Remans en Catharina Geurden bij gelegenheid van hun gouden huwelijksjubileum.
  8. Het orgel: Vervaardigd bij orgelbouwer Verschueren Tongeren in 1961. In gespeeld op O.H. Hemelvaart op 11 mei 1961 door onze organisten Max en Wieërs en de heer Peeters-Van Einden. Het is een pijporgel. De onkosten (135.000 bfr) werden gedragen door de “Pijporgelactie” van het mannenkoor.
  9. De kerkbanken: Vervaardigd in tackhout door het meubelhuis Houben, Bret. In totaal 360 zitplaatsen. Prijs: 103.200 bfr.
  10. Misgewaad “O.L. Vrouw van Fatima”: Geschonken door de parochie bij gelegenheid van de aanstelling van de pastoor. Vervaardigd door Gosse, Brugge. Het is één der meest waardevolle stukken die de kerk bezit.

(1) lapis angularis (L.) Hoeksteen of hoekige steen. 1. Een alchemistische aanduideing van de steen der wijzen, gekwalificeerd als de quadratuur van de cirkel. De vier hoeken verwijzen naar de vier elementen waaruit de gemanifesteerde wereld is gevormd. Een 13e-eeuws traktaat, Rosinus ad saratentam episcopum, zegt over de steen: ‘Op dezelfde manier is deze steen, die geen steen is, geworpen in de aardse landschappen, verhoogd in de gebergten. Hij leeft in de lucht, voedt zich in de rivieren en rust op de top van de bergen. Het is Mercurius, die benoemd wordt met vele namen.’ Dit traktaat is één van de voor-Latijnse alchemistische geschriften. Mogelijk is Rosinus een verbastering van Zosimos, een Grieks schrijvend alchemist uit de 4e eeuw. In een Arabische tekst van Mrienus, die in de 12e eeuw in het Latijn werd vertaald, lezen we: ‘Want de steen wordt her en der op de wegen geworpen, op hun estvaalten met voeten vertrapt.’ De steen der wijzen als hoekige steen of hoeksteen, als iets van weinig waarde dat op de mestvaalt wordt vertrapt, verwijst naar Christus. Deze werd afgewezen, evenals de steen die de bouwers van de tempel van Salomo verwierpen: ‘De steen die de bouwlieden hebben versmaad, is tot een hoeksteen geworden’ (Psalm 118:22). Dit is een allegorie van Christus. (uit het boek: Van Anima tot Zeus, door Maarten Timmer).

Uit Wikipedia: Met Onze-Lieve-Vrouw van Fátima wordt Maria aangeduid die tussen mei en oktober 1917 zes keer verschenen zou zijn aan de drie herderskinderen (Zuster) Lucia, Franceso en Jacintha nabij het Portugese stadje Fátima.

Erediensten

Bron: ‘t Heidebloemke